Een verslag door geweten Bram Esser.

Bram Esser is het geweten van volhouder Arjanne Bode. Dit is een verslag van hun gesprek.

Aflevering 1: Datgene wat je op een ezel kan binden

Bram Esser is het geweten en praat via skype met mensen die hun goede gewoontes, opgebouwd tijdens de crisis, graag willen behouden en voortzetten. Hij doet dit in samenwerking met juiststraks.nu waar ook andere gewetens aan het werk zijn.

Een gesprek over mediteren, gezond eten en alleen zijn.

Het geweten verschijnt voor het eerst in beeld. Hij ziet zichzelf klein en de vrouw die hem heeft gecontacteerd, ziet hij groot. Ze wil haar goede voornemens met hem bespreken. Inzichten die tijdens de crisis tot haar zijn gekomen en die ze nu zou willen voortzetten. Hij kent haar niet, maar haar verlangens zijn deels ook zijn verlangens. Elke dag lekker koken en met aandacht eten. Dat zou hij ook wel willen net zo goed als mediteren en lokaal voedsel eten. Het verschil tussen het geweten en deze vrouw is dat zij dit al doet en hij er alleen maar af en toe aan denkt.


Kon hij mensen wel motiveren en stimuleren om het goede te doen, als hij het zelf niet deed? Niet lang geleden werd hij door een vriendin op z’n vingers getikt dat hij bij de ING-bank zat. ‘Die investeert in de wapenindustrie,’ zei ze met een toon waaruit hij kon opmaken dat je dit soort dingen behoort te weten. Toen het geweten erachter kwam dat deze vriendin zelf bij de ABN-Amro zat en dat die bank ook in de wapen-industrie investeert vond hij haar aanmoediging minder overtuigend. Vreemd, want het idee om je geld niet op een bloedbank te zetten, moet op zichzelf al overtuigend genoeg zijn.

Het geweten is van zichzelf in elk geval niet brandschoon. Dat wil hij van tevoren gezegd hebben. Om er een beetje in te komen vraagt hij hoe het komt dat zijn cliënt weliswaar als kunstenaar is afgestudeerd, maar nu geen kunstenaar meer is.

‘De kunstwereld is vrij streberig, die extreme competitiedrang voel ik niet. Ik maak nog steeds wel dingen als ik daar zin in heb, maar dat zijn lelijke dingen.’

‘Hoe bedoel je, lelijke dingen?’

‘Opzettelijk niet mooi, maar wel dingen waar ik plezier aan beleef om ze te maken.’

‘Interessant,’ zegt het geweten,’ ik denk dat mooi ook niet per se een argument is voor goede kunst.’

Vervolgens vraagt het geweten waarom zij hem benaderd heeft voor een filosofisch consult.

‘Ben je bang dat al deze goede eigenschappen weer zullen vervliegen als we zo meteen in het nieuwe normaal zitten?’

‘Eerst was ik daar wel bang voor inderdaad, ik raakte in paniek toen werd aangekondigd dat de intelligente lockdown werd opgeheven, ik was er nog niet klaar voor. Ik was net gewend aan mijn nieuwe leven.’

Ze vertelt dat haar moeder de neiging had haar vaak te bellen met de vraag wanneer ze weer langskwam en dat ze dat tijdens de lockdown niet meer deed en dat dit bevrijdend voelde. ‘Zo meteen gaat ze weer bellen natuurlijk, maar inmiddels voel ik me sterk genoeg om niet ieder vrij moment af te reizen naar Zeeland of waar dan ook naartoe. In kleine kringen rondom je huis bewegen is het adagium’ Ze vindt het heerlijk om in de stadstuin te werken en wil dat de komende tijd blijven doen.

Het geweten zegt, ‘In de stadstuin werken wordt vanzelf een verslaving als je er eenmaal aan begonnen bent.’ Hij zegt het met overtuiging, al werkt hij zelf helemaal niet in de stadstuin. Het geweten zwemt daarentegen wel iedere zaterdagochtend in de gracht van de stad waar hij woont. In het begin moest ook hij iets overwinnen, nu kan hij niet meer zonder.

Tot slotte wil zij ‘alleen zijn’ waarderen. Om zichzelf daarin te trainen gaat ze deze zomer alleen op de fiets door Nederland. Dit juicht het geweten toe. Ook hij is van plan veel te gaan fietsen, zij het niet alleen, maar wel omdat hij inziet dat minder met de trein reizen verstandig is. ‘Het verbod op wildkamperen moet worden opgeheven,’ filosofeert hij, ‘want sommige afstanden zijn te ver en dan zul je onderweg wel eens je kamp op moeten slaan. Dat wordt wat mij betreft het nieuwe normaal.’

Zijn cliënt is het met hem eens. ‘We kunnen veel leren van de nomaden,’ zegt ze,’ want zij weten hoeveel een mens eigenlijk nodig heeft. Namelijk precies datgene wat je op een ezel kan binden.’ Het geweten is verbluft. Dit is de kern. Dit is waar het op neer komt. De kracht van flexibel denken, begint bij flexibel bewegen en dat wordt weer afgemeten aan de draagkracht van een ezel. Het mooie is, het advies kwam uit de cliënt zelf en dat is wat het geweten het liefste ziet.